N-VA pleit voor meer flexibiliteit bij organisatie levensbeschouwelijke vakken

Vlaams volksvertegenwoordiger Manu Diericx (N-VA) pleitte vandaag in de commissie Onderwijs voor meer flexibiliteit bij de organisatie van de levensbeschouwelijke vakken. “Vandaag bepaalt de regelgeving dat leerlingen in zowel het officieel basis- als officieel secundair onderwijs wekelijks minstens twee uren godsdienst of zedenleer moeten volgen. Maar we zien dat de praktische organisatie hiervan moeilijk verloopt. Door ons niet vast te pinnen op wekelijkse lessen, maar op een gemiddeld aantal uren per week kunnen we scholen organisatorisch enorm helpen”, zegt Diericx. 

De Vlaamse regelgeving verplicht nu elke basisschool en secundaire school van het officieel onderwijs (GO!, gemeentelijk en provinciaal onderwijs) om wekelijks ten minste twee lesuren godsdienst of zedenleer te geven. “Ik zou dat willen opentrekken”, geeft Diericx aan. “In de praktijk blijken de lessen vaak moeilijk te organiseren, zeker voor kleinere levensbeschouwingen met weinig leerlingen. Door te werken met een gemiddeld aantal uren per week en niet langer met wekelijkse lessen zouden we veel scholen enorm kunnen helpen. Zo kan men lessen clusteren en bijvoorbeeld tweewekelijks, maandelijks of volgens een ander ritme organiseren. Dat geeft scholen de ruimte om efficiënter te plannen, zonder afbreuk te doen aan het aantal uren.”

Diericx wijst erop dat dit een praktische oplossing op korte termijn kan zijn, in afwachting van de aangekondigde hervormingen uit het regeerakkoord die minister Demir momenteel voorbereidt. Daarin is meer aandacht voorzien voor interlevensbeschouwelijke dialoog, waarbij leerlingen niet enkel hun eigen overtuiging toelichten, maar ook leren om respectvol om te gaan met andere levensbeschouwingen.

Daarom gaf Diericx op donderdag 16 oktober zijn ideeën mee in de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement, in aanwezigheid van Maurice van Stiphout, voorzitter Erkende Instanties & Vereniging en minister Zuhal Demir.

“Dat die twee lesuren voor religie en zingeving decretaal bepaald zijn, dat is een goede zaak. Maar het is niet de bedoeling dat decreten ervoor zorgen dat scholen het praktisch niet geregeld krijgen. Regelgeving moet scholen ondersteunen, niet bemoeilijken. Het is aan ons als beleidsmakers om in te spelen op de noden van de scholen en hen die extra flexibiliteit te geven”, concludeert Diericx.